De technologie ontwikkelt zich razendsnel, en elk jaar duiken er nieuwe elektronische apparaten en technologische snufjes op in mijn leven. Sommige innovaties zien er spectaculair uit, maar stellen teleur in gebruik; andere lijken onopvallend, maar veranderen stiekem mijn dagelijkse ritme. Het afgelopen jaar heb ik heel wat zogenaamde “toekomsttrends” uitgeprobeerd, zoals geavanceerd draadloos opladen, draagbare projectie, luchtbediening, slimme thermische feedback, AI-ondersteunde navigatie, modulaire apparaten, ruimtelijke audio en visuele tracking.
Vandaag deel ik mijn ervaringen: welke technologieën hebben mijn leven écht verbeterd, en welke bleken vooral marketingpraat?
1. Draadloos opladen: eindelijk geen gedoe meer met kabels?
Ik gebruik draadloos opladen al jaren, maar in 2025 is het een heel ander verhaal dan vroeger. De nieuwste inductieladers die ik gebruik, vereisen geen precieze positionering van de telefoon meer: binnen een ruim bereik wordt het toestel automatisch herkend en opgeladen. Het meest indrukwekkende? De lader kan nu zelfs door enkele centimeters niet-metalen bureaublad heen laden. Ik heb hem dus gewoon onder mijn bureau verborgen, en zodra ik mijn telefoon neerleg, begint hij te laden – helemaal zonder nadenken.
Toch is het systeem niet perfect. De laadsnelheid blijft achter bij traditionele snelladers, wat lastig is als ik vlak voor vertrek nog snel wat wil bijladen. Ook het warmteprobleem is nog niet helemaal opgelost. Hoewel het veel beter is dan vroeger, merk ik soms dat mijn telefoon erg warm wordt – wat nadelig is voor de batterijduur.
2. Draagbare projectie: cool of compleet overbodig?
Toen ik draagbare projectie voor het eerst op presentaties zag, dacht ik: “Wie gebruikt dit nu echt?” Maar uit nieuwsgierigheid probeerde ik een populair model dat om de pols gedragen wordt en beelden projecteert op je handpalm of een muur.
De eerste ervaring was verfrissend. Vooral ’s avonds of bij weinig licht is het bijzonder om navigatiekaarten of agenda-informatie op een tafel te zien verschijnen. Tijdens het koken gebruik ik het bijvoorbeeld om recepten te bekijken, zonder mijn telefoon aan te raken.
De nadelen? Overdag is het projectiebeeld nauwelijks zichtbaar bij fel licht. De interactie is ook niet altijd accuraat: bewegingen op mijn handrug worden soms verkeerd geïnterpreteerd, wat de gebruikservaring verpest. Deze technologie is dus meer aanvullend dan vervangend. Toch is het nuttig in specifieke situaties, zoals nachtelijke buitenactiviteiten of het uitlezen van data tijdens het sporten.

3. Luchtbediening: écht contactloos?
Na de pandemie werd “contactloos” een modewoord in productdesign. Ik probeerde meerdere apparaten met luchtbediening, eerst in openbare schermen, nu ook in huis.
Een slimme bureaulamp met luchtbediening maakte indruk. Door boven de lamp te zwaaien of te cirkelen kon ik de helderheid, kleurtemperatuur en zelfs muziek regelen. Tijdens het schrijven kon ik gewoon koffie drinken en met een simpele handbeweging de verlichting aanpassen – zonder knoppen aan te raken.
Maar het is niet zaligmakend. Af en toe werkt de herkenning niet goed door hoek- of afstandsproblemen. Soms is het sneller om een knop aan te raken. De technologie komt vooral van pas in situaties waar aanraken lastig is, zoals in de keuken, auto of onder de douche.
Kortom, luchtbediening is een waardevolle aanvulling, maar vervangt klassieke bediening nog niet.
4. Slimme thermische feedback: technologie met een menselijk tintje?
Ik testte thermische feedback via een oorclip die mijn gezondheid monitort. Wanneer mijn hartslag plots stijgt of mijn stressniveau toeneemt, geeft het apparaat een warme puls af achter mijn oor – een subtiele manier om aan te geven dat ik moet pauzeren.
Voor het eerst kreeg ik een melding die geen geluid of trilling was. Vooral tijdens nachtelijk werk of emotionele spanning werkt zo’n warme waarschuwing verrassend goed – het voelt bijna menselijk aan.
Helaas zijn er nog weinig van dit soort apparaten. Ze zijn ook relatief groot en de huidgevoeligheid verandert in de winter of zomer. Ik hoop dat deze technologie straks ook in smartwatches of slaaptrackers opduikt.
5. AI-ondersteunde navigatie: veel meer dan een routeplanner
AI-navigatie is allang niet meer gewoon een kaart. Een model dat ik testte, leert van mijn gewoontes, favoriete routes en verkeersinformatie. Het voorspelt mijn volgende bestemming en berekent automatisch de optimale vertrektijd – soms raadt het me zelfs aan 10 minuten eerder te vertrekken omdat ik dan sneller ben.
Wat ik pas echt slim vond: als ik in de auto rustgevende muziek luister, schakelt het systeem automatisch over naar een zachtere navigatiestem, zodat ik niet gestoord word.
Dit proactieve systeem geeft een nieuwe invulling aan “intelligent”. Maar het is sterk afhankelijk van cloud computing. Bij slechte verbinding werkt het niet goed. In de toekomst hoop ik op meer lokale verwerking, voor snellere reacties en betere privacy.
6. Modulaire apparaten: mijn leven als een bouwpakket
Modulariteit bestaat al langer, maar in 2025 zijn er eindelijk praktische toepassingen. Ik gebruik nu een reeks slimme modules: luchtmonitor, microprojector, AI-spraakmodule, sfeerlicht en extra display. Ze kunnen afzonderlijk of samen werken en zijn via magneetkoppeling en draadloze protocollen verbonden.
Wat ik het meest waardeer? De modules passen zich automatisch aan het scenario aan. In werkmodus schakelt het licht naar koel wit, toont de projector mijn takenlijst, blijft de luchtmodule stil werken – en mijn werkruimte is in één klap optimaal ingesteld.
Nadelen zijn er ook: het kost wat tijd om alles te configureren en het hele systeem is afhankelijk van de software van de fabrikant. Als één module faalt, loopt de hele ervaring spaak.
Toch is dit concept perfect voor wie flexibiliteit en persoonlijke afstemming zoekt.
7. Ruimtelijke audio en visuele tracking: intens, maar niet voor iedereen

Ik testte een headset met ruimtelijke audio en visuele tracking. Tijdens games of films voelde ik me echt “op locatie”. De visuele tracking in een VR-bril volgde mijn hoofd- en oogbewegingen en paste het beeld aan op mijn focuspunt. Bij een virtueel concert voelde het net alsof ik in de zaal stond.
Maar deze technologie is nog duur, vraagt veel ruimte en is niet geschikt voor langdurig gebruik. Visuele vermoeidheid speelt snel op. Het is geweldig voor entertainment, maar (nog) niet voor dagelijks werk.
8. Wat is écht nuttige technologie?
Terugkijkend op een jaar vol tech-experimenten: sommige innovaties veranderden daadwerkelijk mijn leven, zoals inductieladen, AI-navigatie en modulaire apparaten. Andere zijn nog niet rijp, zoals draagbare projectie of ruimtelijke audio.
Wat ik heb geleerd: de waarde van technologie zit niet in hoe futuristisch het eruitziet, maar in of het mijn problemen écht oplost. Technologie met een “menselijke touch” – die het leven eenvoudiger, soepeler en aangenamer maakt – heeft de meeste toekomst. Als een functie me meer tijd kost om te leren of te onderhouden dan het me oplevert, dan blijft het ondanks alle glans toch onbruikbaar.